Vermijd deze fouten bij jouw btw-aangifte
- 18 maart 2024
Bij Fiducie kregen we de afgelopen maanden een aantal nieuwe klanten. Sommigen van hen hadden tot nu toe hun btw-aangifte zelf gedaan. Dat gaat vaak best goed!
Toch zijn er aantal punten waarop het soms nog fout gaat. Doe jij ook zelf je btw-aangifte? Let dan op en stap niet in deze bekende valkuilen!
1. Btw aftrekken als het niet mag
De hoofdregel bij het aftrekken van btw: je mag alleen de btw aftrekken die op je inkoopfactuur of bon staat. Staat die er niet op, om welke reden dan ook? Dan kun je de btw niet aftrekken! Die reden kan zijn:
- je kijkt naar een orderbevestiging of pinbonnetje en niet naar een factuur
- je leverancier valt onder de kleine-ondernemersregeling
- je neemt diensten of goederen af die onder een btw-vrijstelling vallen (zoals onderwijs of medische artikelen)
- je hebt een abonnement voor consumenten of particulieren bij een telefoonprovider. Op leveringen aan consumenten wordt wel btw geheven maar dit hoeft niet op de factuur vermeld te worden
Als je een inkoopfactuur ontvangt waarop geen btw staat en je vindt dat je wel recht op btw-aftrek hebt, dan moet je dus om een nieuwe factuur vragen! Er is één uitzondering op deze hoofdregel: op openbaarvervoerkaartjes zit 9% btw maar dit hoeft er niet op te staan.
2. Inkoopfactuur voldoet niet aan de juiste voorwaarden
Verder moet de inkoopfactuur aan allerlei voorwaarden voldoen. Zo moet de juiste bedrijfsnaam en adres van zowel leverancier als klant (de naam van je onderneming dus!) erop staan, het btw-nummer van de leverancier, een omschrijving van de geleverde goederen en diensten en de gehanteerde prijs en het btw-tarief en -bedrag.
3. Verkeerd btw tarief rekenen
Tenslotte nog een fout die regelmatig gemaakt wordt bij verkoopfacturen: de btw op de ingekochte producten en diensten is niet de automatisch de btw die jij ook gebruikt op jouw verkoopfactuur. Bijvoorbeeld: een “kleine ondernemer” (die onder de KOR regeling valt) maakt op jouw verzoek voor je klant een document. Over de kosten van die dienstverlening brengt hij of zij dus geen btw in rekening. Jij brengt de kosten daarvan bij jouw klant in rekening. Maar jij valt niet onder de kleine-ondernemersregeling en moet daarover dus wel 21% btw in rekening brengen.
Dat geldt ook voor de reiskosten met openbaar vervoer. Het tarief van 9% op een treinkaartje geldt alleen voor de vervoerder zelf. Als jij de kosten van een treinreis bij een klant in rekening brengt, moet dat gewoon met 21% btw.
Meer lezen over btw-aangifte doen
Voor wie het systeem van de btw nog niet helemaal doorheeft: ik schreef al eerder een vervolgverhaal over de btw – in grote lijnen geldt het nog steeds:
Hulp nodig bij het doen van je btw-aangifte?
Heb je hulp nodig bij het doen van je btw-aangifte dit kwartaal? Neem dan contact op. Wij helpen je graag om alles te controleren en recht te zetten!
Wil je meer grip op je groei?
Kies dan nu voor meer Fiducie in je bedrijf en krijg meer grip op je groei!
Je blog is erg informatief, bedankt voor het delen.